Gisteren was de jaarlijkse marathon van Eindhoven. Ik heb ‘m twee keer gelopen, de hele. Allebei de keren in Eindhoven. Inmiddels woon ik zowat aan het parcours, vlak bij start en finish in de binnenstad. En ieder jaar dwalen mijn gedachten op de marathonzondag weer af naar 1992 en 1993.
Precies 21 jaar geleden liep ik mijn eerste marathon. Goed getraind natuurlijk, want ik liep al een jaar of vier onder professionele begeleiding bij een atletiekclub. Ik hou van uitdagingen en het opzoeken van grenzen, dus het lopen van de hele marathon paste daar uitstekend bij. Afgaande op resultaten van wedstrijden over tien kilometer en de halve marathon wist ik dat een tijd rond de 3 uur en 15 minuten mogelijk zou moeten zijn.
Zondag 11 oktober 1992. Het was bewolkt weer, niet te warm en er zou zelfs een spatje regen kunnen vallen. De start was nog op de Keizersgracht en de marathon omvatte twee ronden: via de Mathildelaan naar de Noord-Brabantlaan, bij de ‘Mac’ in Veldhoven rechtsaf, een heel doods stuk langs het vliegveld, daarna om wat nu industrieterrein Acht is en via de Oirschotsedijk, dwars door Woensel weer terug naar het centrum van Eindhoven. En dat twee keer. Van de marathon zelf weet ik gek genoeg niet zo heel veel meer, behalve dat de saaie stukken bij het vliegveld en in Acht niet echt prestatiebevorderend werkten. Zeker niet in de tweede ronde. Omdat ik destijds alles in een logboek bij hield, weet ik dat ik de halve marathon in 1:27,44 doorkwam. Sneller dan verwacht. In de voorbereiding had ik de halve marathon van Amersfoort medio september in 1:23 gelopen, dus op zich zat het goed.
Vlak voor het einde van de tweede en laatste ronde kreeg ik kramp. Op de Keizersgracht, vlak voor de afslag naar de Kerkstraat. Stoppen met lopen, rekken, strekken en proberen die kramp eruit te krijgen. Dat lukte, maar de laatste twee kilometers gingen niet van harte. Niettemin was de eindtijd 3:06.24 er eentje om best trots op te zijn. Van de ruim 800 gefinishte marathonlopers werd ik 268e. Mooi toch?
Zondag 10 oktober 1993. Ik had een jaar lang getraind met als doel de hele marathon binnen de drie uur te lopen. Ook de prestaties op de kortere afstanden waren goed: ik liep 37:14 op de 10 km en 1.19 op de halve marathon. Aan de voorbereiding zou het in geen geval liggen. De start was zoals gebruikelijk op de Keizersgracht. En ik zat meteen in een groepje, dat een stevig tempo liep. Omdat alle kilometers net iets sneller gingen dan mijn schema aangaf, wist ik dat ik té snel liep. Maar ik kon het goed bijhouden, het kostte geen moeite. De halve marathon kwam ik door in 1:24 (!) en toen begon het gereken: 1:24 maal twee is 2:48 plus vijf minuten verval in de tweede ronde: dat moet gaan lukken, lopen binnen de drie uur!!! En het blééf goed gaan, tot km 27 op de Noord-Brabantlaan. BAM!!! In één keer gingen gas, water en licht uit. Ik moest lopen, wandelen, weer stukje rennen, eten, drinken, weer lopen, wandelen en dat ging eigenlijk zo door tot ver op de Oirschotsedijk. Ondanks aanmoedigingen van mijn trainer, die er op de fiets bij was, verloor ik veel tijd. Téveel. Niettemin was het gevoel na afloop toch goed: met 3:05.06 liep ik een geweldig persoonlijke besttijd. Maar ik had de klassieke fout gemaakt: té hard weggaan, in een groepje terecht gekomen dat voor mij een té hoog tempo liep.
Ik ben er nog steeds trots op. Een hele marathon zal ik niet meer lopen. Daarvoor heb ik iets te weinig kraakbeen meer in m’n knieën zitten. En ben ik bovendien inmiddels 20 kilo zwaarder dan 20 jaar geleden! Maar juist omdat ik ‘m zelf twee keer gelopen heb , weet ik wat het is. De zware voorbereiding, de opofferingen, rekening houden met je voedingspatroon, met je sociale leven…..alles in het teken van het neerzetten van jouw eigen wereldprestatie.
Want trainen voor een marathon is een a-sociale bezigheid voor je omgeving. Alles staat in het teken van jóuw hardlopen. Géén verjaardagen op zaterdagavond, vroeg naar bed, want zondags is er een trainingswedstrijd. Wéér pasta eten, want je moet voldoende koolhydraten naar binnen krijgen om de looparbeid te kunnen verrichten. En vier tot vijf keer trainen in de week en ook nog je rust pakken. En hopen dat je heel blijft, dat je geen blessures oploopt! Het was voor mij allemaal de moeite waard. Die twee marathons met bijbehorende tijden stáán. En die neemt niemand mij meer af.
[…] Zélia zo’n beetje per kilometer wat een top-prestatie het is om laatste te worden. Verder een prachtige blog van mijn vriend Eddy Jansen waarin hij teruggaat naar zijn marathon-momenten in Eindhoven, twintig […]