Het is vandaag precies 12 jaar geleden: 29 juli 2003. Het was een aanvankelijk gewone vakantiedag in Zuid-Frankrijk, eerst een beetje zonnen aan het zwembad op de camping, ’smiddags met de voetjes in het zand op het strand bij Frejus. Zo’n niets-aan-de-hand-dag eigenlijk.
In de verte waren rookwolken van een enkele bosbrand, maar wij maakten er ons geen zorgen over. Er kwamen echter steeds meer blusvliegtuigen die water hapten uit zee, wij vonden dat een fascinerend gezicht. Vliegtuigen die in een duikvlucht zeewater schepten om de branden te blussen. De massale rookwolken kwamen echter steeds dichterbij en zorgden in de loop van de middag voor een angstig gevoel.
De weg naar de campings bleek afgesloten, we werden gedwongen om de auto langs de weg te parkeren. Het vuur van bosbranden naderde en bedreigde een aantal campings, 10.000 vakantiegangers werden nog savonds in aller ijl geëvacueerd. Ook onze camping wordt bedreigd. Ik doe met m’n mobiele telefoon verslag op Radio 1 en in het late NOS-Journaal op televisie. Ik ben tenslotte ongewild verslaggever in rampgebied en interview mensen die met caravan-en-al op de vlucht slaan voor het vuur. We slapen die nacht in de auto en in een vliegtuighangar op veldbedden. Smorgens vroeg zit ik weer in het Radio 1-Journaal.
Daags erna konden we terug naar de camping. Ik zie smeulende karkassen van tenten en caravans, verbrandde bomen, verschroeide aarde. Onze camping was er goed vanaf gekomen. Maar overal die penetrante brandlucht. Alsof het vuur elk moment weer kon oplaaien. Ik wilde maar één ding: weg! Het was m’n meest bizarre zomervakantie ooit!
Verbrandde karkassen van tenten en caravans
Verschroeide aarde langs de weg naar de campings
Hier stonden tenten en caravans
En overal die penetrante brandlucht!
Deze week waren er wéér bosbranden bij Frejus. Dat leverde een onprettig dejavu-gevoel op, na precies 12 jaar…